dieb13 & Marina Džukljev

Dieb 13, turntables, kopfer
Marina Džukljev, piano

Kindly supported by Austrian Culture Forum (OKF)

ALBUM ŠTRUDEL

RADIO
https://www.rts.rs/lat/radio/radio-beograd-3/4432344/improvizorijum.html

REVIEWS:

allaboutjazz.com
freistil.klingt.org
jazzist.club
opduvel.com
salt-peanuts.eu
terapija.net


allaboutjazz.com review:

Maybe the most appropriate words for the duet between Dieb13 and Marina Džukljev come from Talking Head's song "This Must Be the Place (Naive Melody)," David Byrne sings "The less we say about it the better / Make it up as we go along / Feet on the ground, head in the sky / It's okay, I know nothing's wrong, nothing." Certainly, nothing's wrong here, except Dieb13 (aka Dieter Kovačič) and Džukljev are not occupying the same physical performance space. On November 11th, 2020, pianist Marina Džukljev was in her native Serbia and Dieb13 performed from Austria as part of NOISM 2020, a live stream concert captured here as a 43 minute performance. Without the above knowledge it would be easy to assume the pair were together that evening; the music is that stimulating.

Dieb13's turntables and processing have been heard in performance with improvisers such as Mats Gustafsson, Phil Minton, John Butcher, and Ken Vandermark. Marina Džukljev, a newer voice in music, has a background in free improvisation, classical, and contemporary music. She can be heard with Szilard Mezei and in the Fresh Dust Trio with Samo Salamon. This collaboration between Kovačič and Džukljev creates a space best described as somewhere between minimalist free improvisation and a type of virtual reality field recordings. Džukljev works both inside her prepared piano and at her keyboard, creating both melodic and percussive effects. The music progresses with a spectral, almost disembodied, sense with Dieb13 providing a static-filled vibrational landscape. If your amplifier is at a quiet setting, the music is almost ambient. At higher levels it can almost be ominous. Both options can create exceptional experiences.
BY MARK CORROTO
https://www.allaboutjazz.com/strudel-dieb13-and-marina-dzhukljev-kudaorg

 

freistil.klingt.org review:

...Und es geht so weiter in einer wieder ganz anderen Tonart, wenn der offenbar vierhändige Vinylartist auf die serbische Klavierspielerin Marina Džukljkev trifft, um mit ihr einen geschmacksintensiven štrudel (tak-ta-t/kuda) anzurichten – und zwar gleichzeitig in zwei Küchenstudios, einem in Novi Sad, einem in Wien. Im Livestream knisteren die Kochplatten, derweil im Klavier der Teig angerührt wurde. Geduldig tritt Erwärmung ein, die Temperatur steigt langsam aber stetig, die Temperamente nehmen sukzessive Konturen an. Virtuosität, die von unten kommt, nicht von oben herab, kocht erstaunlich hoch. Da werden lustvoll Äpfel mit Birnen vermischt, nur am Topfen wird beinhart gespart. Nach gut 40 Minuten ist der Strudel fertig, Sie haben nichts anbrennen lassen. Da schlucken wir doch angesichts des komplexen Resultats. Und sehen am Ende betroffen den Vorhang zu und alle Fragen offen. -- felix

 

jazzist.club review:

Уже больше года многие музыканты сидят дома и осваивают необычные методы работы: прямые эфиры в интернете, репетиции по Zoom и Skype, дистанционные записи живьем или даже вслепую, когда каждый играет у себя дома, после чего партии соединяются и накладываются друг на друга. Дуэт сербской пианистки Марины Джуклев и австрийца Дитера Ковачича, известного как dieb13 и играющего на вертушках, записан в октябре 2020 года и тоже «на удаленке»: Дитер в это время был в Вене, Марина — в Нови-Саде.

Ковачич известен ценителям электроакустической импровизации с начала 2000-х годов, когда он и его коллеги по венской сцене уверенно становились ведущими музыкантами этого направления, придумывая новые способы звукоизвлечения и скрупулезно работая над звуками. Играя преимущественно на вертушках, Дитер комфортно чувствует себя и в более «живой» и энергичной музыке. Несколько лет назад он, например, приезжал в Москву как участник группы саксофониста Матса Густафссона Swedish Azz. Марина же принадлежит к более молодому поколению музыкантов, которые играют в разных контекстах и составах, стараясь развивать импровизационную музыку.

Совместная работа Джуклев и Ковачича «Štrudel» — завораживающе медленная музыка, построенная на нюансах. Дитер закладывает ее фундамент при помощи потрескиваний и длинных текстур, неспешно меняющихся на протяжении единственной композиции, которая длится без малого 43 минуты. Марина ведет себя активнее, то лидируя, то отходя на второй план. Местами ее игра обрастает минималистично-репетитивными паттернами, местами — рассыпается в почти что фри-джазовых всплесках; кое-где она интересно препарирует рояль. Ковачич, впрочем, тоже не стоит на месте: он живо реагирует на происходящее, и даже если это выражается в каких-то мельчайших изменениях, то именно они делают электронику не менее живой, чем фортепиано.

Альбом увлекает и всё глубже раскрывается при каждом новом прослушивании. Заслуга дуэта — в естественном, легком сочетании разных контекстов импровизационной музыки и прозрачном звучании, в котором «воздух» и пустоты оставляют обоим музыкантам столь необходимую свободу высказывания.

 

opduvel.com review:

Marina Džukljev is een experimenteel pianiste die opereert vanuit de Servische stad Novi Sad. Zij is thuis in klassieke muziek, hedendaagse gecomponeerde muziek, improvisatie en toegepaste muziek. Als vrije improvisator werkte zij met verschillende, voornamelijk Europese, muzikanten. Džukljev is lid van het kwartet, septet, tentet en het grote ensemble van componist en violist Szilard Mezei. Daarnaast werkte zij in duoverband met Jaka Berger, Manja Ristić, Áron Porteleki en Mia Dyberg en in de trio’s Džukljev/Berger/Poderžaj, Mezei/Trilla/Džukljev, Trilla/Džukljev/Szilárd, Džukljev/Dyberg/Fischerlehner en het Fresh Dust Trio (met Jaka Berger en Samo Šalamon).

De draaitafel is het voornaamste instrument waarvan dieb13 zich bedient. Zijn echte naam is Dieter Kovačič en hij is afkomstig uit Wenen. Sinds eind jaren tachtig heeft hij gewerkt aan het omzetten van cassettespelers, vinylplaten, cd’s en harddisks in instrumenten. Naast dieb13 gebruikt Kovačič als muzikant ook de namen dieb14, Takeshi Fumimoto, Bot, Echelon en Dieter Bohlen. Hij werkte samen met landgenoten als Bukhard Stangl, Martin Siewert, Pure (Peter Vovata), Christof Kurzmann en Werner Dafeldecker, maar ook met bijvoorbeeld Phil Minton, Mats Gustafsson (onder meer in Swedish Azz) en Ken Vandermark (in Entr’acte).

Als duo brengen dieb13 en Džukljev nu Štrudel uit in coronatijd, in het kader van het NOISM-programma van kuda.org. De Oostenrijker nam zijn deel op in Wenen, terwijl de Servische haar deel in Novi Sad opnam. Dat schept enige verbazing, want de twee muzikanten zitten elkaar in het lange (bijna 43 minuten) geïmproviseerde stuk zodanig op de huid dat je zou zweren dat ze bij de opname tegelijkertijd in dezelfde ruimte vertoefden. Niet waar dus, en die wetenschap maakt de muziek nog intrigerender. Je vraagt je tijdens het luisteren af hoe de muzikanten tot hun keuzes zijn gekomen en hoe zij ervoor hebben gezorgd dat een stuk is ontstaan waarin de nodige veranderingen plaatsvinden, terwijl toch ook iets van consistentie doorklinkt in de spelopvatting en de interactie. Het Oostenrijks/Servische tweetal toont in de improvisatie beheersing en souplesse en creëert een ingehouden spanning die het duo slechts af en toe laat vieren of laat uitmonden in een heftiger passage. Ondertussen worden – met achteloos gemak – verschillende klanken over de luisteraar uitgestrooid, maar gedoseerd en functioneel.

Het stuk opent met lange tonen waaruit een ritmische beweging ontstaat, die weer enigszins ontregeld wordt door kraakgeluiden. Uit de diepte duiken enkele lage pianoklanken op, waarmee het stuk een verdere invulling krijgt. Het spel van de twee muzikanten klinkt geconcentreerd, waarbij de bedrijvigheid langzaam toeneemt. Džukljev’s handen zijn niet alleen op het klavier te vinden, maar ook in de buik van het instrument, de snaren rechtstreeks beroerend. De sfeer is gespannen en donker, met name door de pianotonen en een constant aanwezige, pulserende onderlaag.

Die verdwijnt pas na zo’n acht minuten, als het duo een nieuwe fase ingaat met nieuwe klankkleuren, een andere toonhoogte als basis en een tempo dat nagenoeg stilvalt. Ondertussen is het stuk toch constant in beweging, is dieb13 met verschillende subtiele maar ook ongepolijste klanken in de weer, terwijl Džukljev klavierspel laat horen waarbij de snaren gedeeltelijk zijn afgedempt. De pianiste laat een toon prevaleren en speelt daaromheen enkele motieven, voorzichtig melodieus. Ritmisch gaat het met horten en stoten, wordt schijnbaar naar een ritme gezocht, dat echter geen definitieve vorm krijgt. Zodra Džukljev’s spel dreigt te gaan sprankelen, krijgt ze van dieb13 een paar venijnige klanken om de oren. Er heerst een gezonde spanning tussen de twee muzikanten.

Rond de vijftiende minuut wordt het spel toegankelijker, klinken de pianomotieven op de voorgrond en zijn de klanken afkomstig van de draaitafel dienend aan het pianospel. Dat duurt niet al te lang, want al snel nemen die klanken vreemdere vormen aan die dwars door het flonkerende pianospel heen klinken, niet te hard maar subtiel en toch niet te negeren. Het spanningsveld dat ontstaat is fraai. Een nieuw ritmisch patroon volgt, percussief en prominent aanwezig. dieb13 legt er lange klanken overheen en kraakgeluiden en niet definieerbare klanken omheen. Nu vervult Džukljev de ontregelende functie, al helpt de Oostenrijker een handje. Zo wisselen de rollen van de twee gelijkwaardige muzikanten constant.

Rond minuut 23 volgt een stuk waarin dieb13 een drone legt waar Džukljev met in korte frases opgedeeld sprankelend spel overheen beweegt. Van daaruit neemt zij bijna volledig bezit van de ruimte, waarbij echo’s van haar spel op de achtergrond klinken. Het geluid van vinylkrassen en een sterk opkomende elektronische klank brengen de spanning terug, nu in volle hevigheid. De Servische slaat hard op de toetsen, alsof een opgekropte woede er in een keer uit moet. dieb13 lijkt onaangedaan en legt een gelaagde drone, rustig en beheerst maar elektrisch geladen. Daarop besluit Džukljev de percussiemogelijkheden van de piano te verkennen, eerst zonder de snaren te raken, later inclusief snaarberoering, daarmee ook weer een melodisch aspect creërend. Dat mondt echter uit in een aanvallend klankencluster.
Zodra Džukljev’s razernij over is, neemt dieb13 het heft in handen met ijle, dissonant langs elkaar heen schurende klanken en een toename van de kraakgeluiden. De verschillende klanken vibreren, bewegen schijnbaar ongecontroleerd, komen soms luid opzetten en maken een nerveuze indruk. Bijzonder mooi is de gruizige onderlaag die de Oostenrijker aanbrengt, al duurt dat maar kort. Daarna wordt gas teruggenomen en volgt de uitloop richting het einde van het stuk, dat beheerst klinkt maar waarin nog steeds van alles gebeurt.
Zoals constant van alles gebeurt in Štrudel, dat aan elkaar hangt van de muzikale ideeën, van conventionele maar vooral ook onconventionele vondsten en waarin de beide muzikanten elkaar op eigenzinnige wijze uitdagen. Geen moment zakt de muziek in, de spanningsbogen zijn fraai en de dynamiek en verschillende klankkleuren zorgen ervoor dat de luisterervaring een hele aangename is. De muziek is ongebonden maar niet structuurloos. Daardoor is de muziek niet zomaar voorbij als de laatste klank geklonken heeft maar blijft die in het geheugen hangen. Het maakt Štrudel tot een eersteklas improvisatieplaat.

 

salt-peanuts.eu review:

DIEB13 & MARINA DŽUKLJEV

«Štrudel»
KUDA.ORG/NOISM 2020, tak-ta-t_cd002

Music is still one of the best options when we need to escape from daily reality, especially the current one of the repeated Covid-19 pandemic lockdowns. Serbian pianist-educator Marina Džukljev has used music to solidify bonds with like-minded, creative and resourceful European musicians during the last year. She is an active performer in the fields of free improvisation, classical, contemporary and applied music, member of fellow-Serbian violist and double bass player Szilárd Mezei ensembles (quartet, septet, tentet and the large ensemble), and collaborator of innovative European free-improvisers, including percussionist Vasco Trilla, vocalist Isabelle Duthoit, cellist Tristan Honsinger and electronics player Christof Kurzmann.

Last year Džukljev released two albums that documented remote, improvised sessions conducted from her home in Novi Sad with Berlin-based Danish sax player Mia Dyberg («Circumscription», 2020) and with Dyberg and Austrian drummer Rudi Fischerlehner («Diving Bell», 2020). «Štrudel»is the third album in this series of remote recordings, capturing a free-improvised session from October 2020 with Viennese turntablist dieb13 (aka Dieter Kovačič), known from his collaborations with Mats Gustafsson, Ken Vandermark and audio-visual artist-partner Billy Roisz. The title, «Štrudel», refers, obviously, to the much loved Austrian and Serbian delicacy, but it also means a maelstrom in German.

And, indeed, «Štrudel» offers a unique series of delicate sonic maelstroms, all corresponding with the current confusing and unsettling times. Džukljev plays a prepared piano and creates delicate vibrations with objects and sticks attached to the piano strings, later expanded by minimalist and repetitive gestures, some are gamelan-sounding and ripples-like and others are more urgent and loud ones. dieb13 intensifies these reverberating storms with layers of vibrating sounds of his own – sampled, manipulated and processed from three turntables. There are times when it is difficult to know who is doing what, and more importantly, when the acoustic sounds or the rhythmic patterns are extended organically by the sampled and processed ones, and vice versa. Other times, dieb13 sounds like injecting a sober, ironic perspective to Džukljev’s attempt to discipline this session in a ritualist form.

Trust this arresting and most tasteful «Štrudel».

Eyal Hareuveni
https://salt-peanuts.eu/record/dieb13-marina-dzukljec/

 

terapija.net review:

Škripava muzika (jedna kompozicija) prožeta elektronskim noise ambijentom za kojeg je zadužen Dieb13 i polumelodičnim pratnjama prepariranog klavira Marine Džukljeve prenosi atmosferu domaće kuhinje na post-avangardnom nivou.
Ne treba biti uvijek pribrane glave i čistih misli kod rezoniranja i kreiranja glazbe, to se zna odavno, mnogo prije stotinjak godina i pojave prvih eksperimentalista i glazbenih čudaka. Uvijek je postojao zvuk iz prirode koji prati svakojake događaje; mnogo puta ga ljudsko uho niti ne registrira, ne pridaje mu neku posebniju pozornost, a učestala je floskula za gloženje između klasičara privrženih zakonitostima melodije, harmonije, ritma i modernista koji pak vuku na svoj mlin da je svaki zvuk glazba nezavisno od uvriježenih pravila suzvučja.
Biti primjeren ne mora opet značiti i biti (ne)svrsishodan: evo tipičnog primjera iz moje kuhinje. Pečem nešto u pećnici, rolu (iliti roru), na električnom šporetu. Ponekad zalijem vodom, vinom, nekom polijevkom, zavisi što se peče. Ne pratim pozorno pucketanje i krčkanje iz tiganja (protvanja), neke tepsije ili druge posude koju koristim jer uvijek ima tu meni daleko bitnijih stvari: obožavam uz kuhanje slušati neku mjuzu koju navrnem poprilično na potenciometru, bilo to radio program ili neki albumi iz kolekcije. Redovito. Ne mogu smisliti kuhanje u tišini, a u principu, trebalo bi prakticirati jer mi se više puta znao desiti požar u rerni: kapljice masnoće pomiješane s vodom ili tekućinom kojom zalijevam pečenku znale su krčkati i praskati po električnom grijaču. I evo ti u sekundi vatre i požara, pa da vidiš pizdarije. Gasi pećnicu, traži rukavice za vađenje vrelih tepsija, vadi van, gasi požar krpom, bilo čime što ti je pri ruci, samo nikako vodom jer će sranje biti još veće, sve će buknuti. A da sam pažljivo slušao kako dopiru zvukovi iz pećnice, to se ne bi desilo. Znate, ima onaj jedan momenat kada tekućina ishlapi, a vrela masnoća počinje svoje sitne eksplozijice. Prvo čak i neprimjetne, pa učestalije, a to je znak da se treba zalijati, možda malo preokrenuti, promiješati i svašta nešto, a baš i nema puno vremena za to jer se i nešto drugo radi, recimo brćka neki umak, sjecka luk, kuha neka čorba u loncu, pa nek tu bude još i lavež ponekog psa, pa glasna glazba, možda preko prozora razgovaram s nekim prolaznikom na ulici… Izmiješaju se kojekakvi zvukovi pa niti ne pratim zbivanja iz pećnice…

Dieb13 je Dieter Kovačić, rođen u Austriji (1973), elektro-akustični umjetnik koji ima dvadesetak izdanja, uglavnom su sve kolaboracije s drugim glazbenicima iz miljea moderne klasike, eksperimentale i avangarde, a Marina Džukljev je novosadska klaviristica čiji je diskografski opus započeo tek u drugoj polovici 21. stoljeća. Ovo im je prva suradnja, snimljena na dvije lokacije (Novi Sad i Beč), a na ovih 40-tak minuta se doslovce zabavljaju raspredanjem zvučne dramatike pečenja štrukla. Štrudle. Ista poslastica, samo ima niz varijacija: može biti slatka, slana, gibanica, pa od lisnatog tijesta, pa od rahlih kora, a porijeklo ima u klasičnom orijentalnom bureku kojeg su nam u nasljedstvo ostavile Osmanlije. Sad, na koju vrstu se ovdje točno aludira i nije toliko bitno jer je zvuk fokusiran na zbivanja u pećnici. Prvo se zvuk proteže laganim elektronskim minimaliziranim škripama slijedeći klasičan dramaturški cinematic obrazac nastavljajući klavirskim intervalima sa fino prepletenim melodijama, mada koliko god nespretno to tvrditi u ovakvoj sferi: Marina drži vrsno ugođene periodičke fragmente lupkajući po klavirskim žicama, a ne tipkama. S njima se kasnije služi, od cirka 15. minute dinamizirajući tijek kompozicije, a tu još i Dieb13 uskače s dodatkom: povremeno lupa klopferom, onom alatkom za isprašivanje tepiha prostrtog na gelenderu, elem alatima koji baš i nisu omiljeni u domaćinstvu
Središnji dio kompozicije su mračnije ambijentalije, uvodnik u finale ima protezanje prepariranih klavirskih šamara s tipkama, taman da naznači kako se štrudla bliži svome finišu kada se još malo treba premazati i ostaviti da se, po volji zapeče u pećnici. Sam finiš je čudnovato uređen u nekom noise maniru, a sa čime to barataju, oli su samplovi ili Marina ima neku specijalnu tehniku rada po žicama, ne bih znao točno zboriti.

Također, važno ili ne, ovdje je na početku možda i poneka sličica oko pripreme tijesta, fila, pa umatanja štrudle. Sve upakirano u zvučnu kulisu koju je vrlo lako prepoznati što dovoljno govori kako je ovaj dvojac u potpunosti pogodio preslikati realne radnje iz kuhinje, oko šporeta i iz pećnice u muzički doživljaj oslobođen nekih melodijskih standarda i inih komercijalnih struktura uputivši se u intrigantan, a i duhovit poduhvat.
http://terapija.net/mjuzik.asp?ID=30623